Een vrouw naar mijn hart, wat niet in de laatste plaats bleek uit de bijna twee uur die we van gedachten gewisseld hebben. Over de plannen die ze met de ECI heeft, wil ik niet teveel zeggen want dan zou ik het gras voor haar voeten wegmaaien. Maar er is wel iets dat me naar Roermond en zijn inwoners van het hart moet. Het blijkt namelijk dat een groot deel van Roermond de ECI niet of nauwelijks kent. En dan praten we over meer dan 50 procent! Je zou kunnen zeggen dat ECI zich dat aan moet trekken, maar kom: het is toch een niet te vermijden instelling die zich breeduit via alle media én langs de Roermondse wegen laat zien en horen.
Ik lokte De Kock een beetje uit door haar te vragen of de ECI cultuur misschien met een grote C schrijft. Daar bedoel ik dan mee dat er een onzichtbare elitaire lijn loopt die het volksvermaak van de elitaire kunsten scheidt. „Absoluut niet!” pareerde ze met enige verbazing. „Wij willen er juist voor heel Roermond zijn.” Ik gaf haar – als lakmoesproef – een voorbeeldje. Ik heb, toen ik nog actief was in de vastelaoveswereld wel eens tegen onze Sjtadsvastelaovesvereniging geroepen dat er een Uule academie moest komen. Een opleidingstraject voor de F’jes. Leer jongeren decors bouwen, kostuums maken, geef ze acteerlessen, leer ze regisseren en produceren, maak liedjesklasjes en ga zo maar door. Terwijl ik dat vertelde, zat Margo de Kock al op het puntje van haar stoel. „Dat is exact een voorbeeld van waar we hulp kunnen bieden. We hebben dat allemaal in huis of we halen het in huis!”